Wat is er zo bijzonder aan de Keltische zoutwinningsmethode?

De ondiepe zoutmoerassen van Guérande bevatten speciale soorten klei. Kennelijk wisten de Kelten – zonder enige vorm van wetenschappelijk onderzoek! – dat de interactie tussen de klei en het zeewater een bepaalde zuiverende werking had op het zeewater. Niet dat er in hun tijd sprake was van vervuiling als gevolg van schepen die aangedreven werden door dieselolie of van het lozen van gifstoffen in de zee. Voor de Kelten was deze interactie tussen land en zee een heilige aangelegenheid, waarmee zij de levenscyclus tussen zon, zee, water en land eerden. Vandaag de dag profiteren wij van dit natuurlijke Keltische ‘zuiveringssysteem’ om geheel vervuilingsvrij zout te kunnen winnen, zonder gebruikmaking van chemicaliën – iets waar menige moderne waterzuiveringsmaatschappij nog wat van kan leren!

 

Er is nog een ander voordeel verbonden aan de interactie tussen de zure klei van de bodems van de zoutmoerassen en het basische zeewater, namelijk dat de zure klei de pH (zuurgraad) van het zeewater iets naar beneden brengt. Hierdoor daalt het gehalte aan natriumchloride, dat gewoonlijk bij zeewater tussen de 97 en 99% bedraagt, naar net iets onder de 90%, waarvan ongeveer 33% natrium en ongeveer 54% chloride. Natriumchloride is in de hoge concentraties die van nature in zeewater zitten bijtend en scherp, maar Keltisch zeezout dankt zijn zachte, ‘vrouwelijke’ smaak aan het feit dat het gehalte aan natriumchloride naar beneden is gebracht. Hierdoor is de smaak en het mondgevoel van Keltisch zeezout absoluut niet te vergelijken met andere land- en zeezouten.

Een laatste uniek aspect verbonden aan het lage gehalte aan natriumchloride in Keltisch zeezout is dat het meer ruimte biedt aan andere mineralen en spoorelementen, zowel van het land (de kleibodems) als de zee. Dit bevordert de gezondheid van mens, dier, bodem en plant. Allemaal hebben we een zo volledig mogelijk spectrum aan mineralen en spoorelementen nodig, mineralen ondersteunen het leven! De aanwezigheid van grijze kleimineralen in de onderste zoutlaag verklaart ook de naam ‘sel gris’.

Er zijn nog andere kleuren verbonden aan Keltisch zeezout, maar daarvoor moet je naar Guérande afreizen in het zoutseizoen, dat meestal in juni begint, als de weersomstandigheden het toelaten. De unieke samenstelling van de kleibodems van de zoutmoerassen veroorzaakt allerlei borrelende levensprocessen, waardoor de verschillende moerassen verschillende kleuren vertonen. Dit is een wonderlijk en spectaculair tafereel dat je met eigen ogen gezien moet hebben. Wat wisten de Kelten dat wij niet weten?

Nog geen reacties.

Geef een reactie